Maandag 10 oktober.
De diesel staat op rantsoen: er is te weinig regen gevallen om de electriciteitscentrales
te laten draaien. Dat betekent dat de generatoren van de electriciteitscentrales aan de kust de diesel nodig hebben om voor
electriciteit te zorgen. De bus mag per keer maar voor 8 dollar tanken (dat is altijd nog 32 liter).
Na het ontbijt
wandelen we naar de ruines van Ingapirca. Dit zijn de enige overgebleven inca ruines in Ecuador. Heel speciaal is dat de Canaris-indianen,
samen met de Inca-s en tempel complex hebben gebouwd. Normaal gesproken deden de Inca,s niets samen met de oorspronkelijke
inwoners. De Canaris hadden een maantempel staan, en de Inca,s een zonnetempel. De Inca,s waren eigenlijk maar heel kort aan
de macht: van 1492 tot 1536.
Het was leuk om er rond te wandelen. Daarna stappen we in de bus, en rijden we naar Cuenca.
Het regent pijpenstelen als we er aankomen. Eerst even lunchen, en daarna het reisverslag bijwerken.
´s Avonds lekker gegeten met een klein clubje, en daarna Cuenca onveilig gemaakt. Dat is vrij moeilijk op maandagavond,
want er is niemand. We hebben 2 kroegjes bezocht. De ene sloot om 23:15 uur, de andere om 24:00 uur. Dus we kunnen zeggen
dat we 2 keer de kroeg zijn uitgezet. Dus al met al op tijd in bed om morgen lekker uit te kunnen slapen.
Dinsdag 11 oktober.
De dag begon mooi. Dus eerst Cuenca ontdekt. De winkelstraat bekeken en daar achtervolgd door
een onguur figuur, die waarschijnlijk dacht dat wij geld gingen halen. Dat deden we (op dat moment) dus lekker niet. Dus uiteindelijk
verdween hij maar.
Tijdens de lunch begon het te onweren en te stortregenen. Dus zijn we naar het belangrijkste museum
gegaan: banco central. Dit museum gaf een overzicht van de diverse bevolkingsgroepen in Ecuador. Erg herkenbaar, omdat we
in 2 weken tijd al zo ongelooflijk veel gezien hebben. ´s Middags heeft Marion voldaan aan haar ijsbehoefte bij een Nederlandse
ijszaak met ¨veilig¨ ijs. Janine en Jacqueline hielden het bij chocoladetaart.
Het regent nu niet meer, dus we hopen
dat we morgen droog naar het Nationaal Park El Cajas kunnen gaan. Het ligt tussen de 3500 en 4200 meter, en het kan er vrij
koud zijn (gemiddeld 8 graden).
Woensdag 12 oktober
Gister fantastisch gegeten in een restaurant waar je allerlei kleine hapjes kon bestellen,
een soort tapas bar. Vanavond gaan we waarschijnlijk de andere helft van de kaart uitproberen. Ook nog een leeg barretje bezocht,
en op tijd in bed.Vanochtend hebben we ontbeten bij een bakkertje. Lekkere croissants, thee en koffie en een pak sinaasappelsap.
Met 5 personen waren we nog geen 6 dollar kwijt. Ongelooflijk.
Om 9 uur vertrekt de bus naar het Nationaal Park El
Cajas. Onderweg hebben we een politiecontrole. De lokale busmaatschappij heeft waarschijnlijk de politie omgekocht om niet-lokale
bussen tegen te houden. De mensen uit de bus voor ons worden gefouilleerd. Dat zijn ecuadorianen. Onze gids lacht vrolijk
en we mogen door. We wetten in Ecuador zijn flexibel, als je maar geld hebt (voor de duidelijkheid: we hebben NIETS betaald).
Onze gids geeft aan dat het altijd weer een avontuur is om in het park te komen.
Eerst krijgen we een rondleiding
door het bezoekerscentrum. Onze gids vertelt uitgebreid van alles en nog wat over het park. Het park is een belangrijke waterbron
voor Ecuador, en met name ook voor Cuenca: 60% van het drinkwater komt uit dit park. Ook zegt de gids dat 85% van de electriciteit
uit waterenergie uit dit park komt, maar daar hebben we onze twijfels bij. In ieder geval komen er 2 grote rivieren uit die
het amazone-gebied voeden.
Er is een poging gedaan om het Nationaal Park op de Unesco lijst te krijgen. Dat is (nog)
niet gelukt, vanwege een doorgaande weg, en een forellenkwekerij aan het begin van het park. De eigenaar van deze forellenkwekerij
heeft er een toeristische attractie van gemaakt, met nep-watervallen en nep-riviertje, en heeft er een hotel en een restaurant
bij gezet. Door zijn terrein loopt een oude weg, die hij officieel niet alleen voor eigen doeleinden mag gebruiken, maar
aangezien hij nogal veel geld heeft, mag hij dat weer wel.
We wandelen op zo´n 4000 meter hoogte, en dat voel je goed
wanneer je een eindje moeten klimmen. Het park kent wel 250 kleine meertjes c.q. lagunes. De bodem is erg drassig. Na 50 cm
komt er al rots. Het aparte van dit park is dat er op beschutte plekken boven de 4000 meter bomen groeien, terwijl de boomgrens
op ongeveer 3200 meter ligt. Het is een soort sprookjesbos waar je doorheen loopt, en lijkt wat op het bos uit ¨Lord of the
Rings¨. We voelden ons dan ook net hobbits toen we erdoor heen wandelden. Na 2 uur begint het in de verte ontzettend te
donderen. We wandelen nog een uurtje, en blijven de onweersbui voor. De bus staat alweer te wachten en brengt ons naar een
klein restaurantje voor de lunch.
We rijden terug naar Cuenca. De diesel is nog steeds een probleem: de eerste pomp
waar we komen heeft geen diesel meer. Ciro (de buschauffeur) zal het later nog proberen. We zijn benieuwd hoe we morgen in
Guyaquil zullen komen. Dat we er komen, is een feit. Zo gaat dat hier in Ecuador.
Terug in het hotel barst de bui
los; het is net een tropische regenbui. Het patroon herhaalt zich bijna iedere dag: ´s ochtends prachtig weer, en rond een
uur of 3 stortregens, rond een uur of 7 weer lekker droog. Toch zijn deze regenbuien nog niet voldoende om het watergebrek
op te lossen.
Vanavond gaan we afscheid nemen van Ciro, onze buschauffeur. Dit doen we dus in hetzelfde restaurant
als gisteren. We hebben nu alweer trek. Zo meteen even de spullen ompakken voor de Galapagos. Datgene wat we niet nodig hebben
gaat met de bus terug naar Quito en wordt in het hotel bewaard. De andere zaken mogen mee op de boot. Blijkbaar hebben
we daar heel weinig ruimte. We zullen het wel zien. De lokale gidsen die we spreken zijn allemaal ontzettend enthousiast over
de Galapagos. En Nella (onze reisleidster) gaat definitief mee als toerist.
|